Wacht, even de pijp erbij pakken want in deze serie gaat oom Jan aan de hand van verhalen uitleggen waarom de Homo Ludens het hoogtepunt is van de evolutie. De volgende stap. Het deksel op de hersenpan van de homo sapiens, zogezegd.
Lang geleden leefde ik op uitnodiging van Canadese vrienden een zomer in Beautiful British Columbia. Zij haalden mij op van het vliegveld in Calgary met een van, een groot soort bestelbus. Bill bleek een fraaie bungalow te bezitten in het natuurreservaat van Banff op een paar uur rijden van Calgary. Toen ik uit de van stapte, werd ik duizelig van het uitzicht en zocht houvast aan de auto. Je kon kilometers ver kijken zonder een spoor van menselijke activiteit. Geen hoogspanningsmasten, niks, alleen maar natuur. De eerste week stond ik wankel op mijn benen door de immense uitgestrektheid van het land.
Die nacht sliep ik licht en werd wakker van stommelende geluiden en klom uit bed. Bill was ook op en stond al in de woonkamer. Wij schoven de glazen pui open om buiten poolshoogte te nemen en zagen hoe een bruine beer, niet zo’n grote, de bestelwagen aan het slopen was om bij een lunchpakketje te komen dat wij hadden laten liggen. Nou wij, ik dus, ik was het vergeten, mijn eerste dag in Canada, wist ik veel? De beer sloeg met één klap de deur uit de sponning en terwijl ik de glanzende, rollende spieren op zijn huid bewonderde, opende hij fijnzinnig met de nagels het handschoenenvakje, pakte het lunchpakket, scheurde het open en begon te eten. Even stonden wij daar verbijsterd te staan, toen rende Bill in zijn nakie schreeuwend en armen zwaaiend op hem af. De beer draaide zich om, stopte met eten, zakte terug op vier poten en waggelde op zijn gemak naar de bosrand, het laatste stuk brood en een flard papier onder een poot meeslepend over de grond. Aan de zoom keerde hij zich nog eens om maar besloot dat het allemaal de moeite niet waard was en verdween hoofdschuddend in het woud: tuttut jongens, wat een drukte om niets, nergens voor nodig. Ik keek met bewondering naar Bill die in zijn eentje op een beer was afgerend maar hij schudde zijn lange blonde manen en zei: ‘pas als ze gaan staan moet je oppassen.’ Oh, wist ik niet.
Een paar weken later woonde ik in een blokhut zonder toilet in het woud, alleen. Het was avond en ik zat buiten gehurkt mijn behoefte te doen toen ik achter me een beer voelde. Niet omkijken, wist ik instinctief. Afknijpen en terug naar de blokhut? Ik weet niet wat me bezielde maar ineens dacht ik ‘krijg toch de kolere’ en ging pontificaal door met waar ik mee bezig was. Toen ik klaar was en ook nog eens netjes mijn kont had afgeveegd met grote bladeren, liep ik ongehaast (echt niet) terug naar de blokhut en keek pas om toen ik binnen was, door het raam. Pff, een grote, een zwarte. Daarna leerde ik omgaan met beren door voor ze te buigen als voor een koning en achteruit te schuifelen met mijn ogen op de grond gericht tot wij beide vonden dat het zo wel ver genoeg was en elk weer ons weegs gingen. Nooit last met ze gehad, bruine en zwarte beren bekommeren zich alleen om eten, volgens mij. Gelukkig nooit grizzly's tegengekomen, die wonen hoger in de bergen.
Op een dag ging de vriendenclub zwemmen in een meer. We speelden frisbee en hadden wiet bij ons en lekkere meiden, heerlijke tijd. Het liep tegen het eind van de middag toen aan de overkant een groep beren opdoemde uit het woud, een stuk of vier, vijf, dat kon ik niet goed zien. Beren zijn nooit in een groep bij elkaar dus wij keken gefascineerd toe. Wat was daar aan de hand? Zij hadden ons al lang in de gaten natuurlijk maar even later gleed een van hen toch op zijn achterste de heuvel af, maakte een vette bom in het water en begon zich te wassen. Daarop stuiterde de volgende de heuvel af en maakte een bommetje en poedelde wat rond, en daarna de derde. De andere verdwenen weer in het woud; die vonden het maar niks zeker. Intussen klauterde de eerste weer terug de heuvel op en surprise surprise, verdween niet ook in het bos maar draaide zich nog eens om en gleed opnieuw de heuvel af. Maar waarom, hij was al schoon! Weer volgden de andere twee zijn voorbeeld en terwijl wij elkaar vol ongeloof vastpakten, kijk dan, moet je zien, speelden zij gedrieën door, het ene bommetje nog vetter dan het andere.
Kan niet, daar waren wij toeschouwers het over eens, bestaat niet. Volwassen dieren spelen niet. Als de hersenen volgroeid zijn, stoppen wilde dieren met spelen, dat leren ze ook in Canada op school. Wij klommen op de kant en de discussie werd feller maar wij kwamen er niet uit. Niemand had ooit beren samen gezien in een groep behalve als ze zalm uit een rivier stonden te meppen en niemand had ooit volwassen beren zien spelen. En ik, ik moest mijn mond houden want ik kwam uit Nederland en wat wist ik nou helemaal van beren? Geïrriteerd besloten zij te langen leste dat dit niet gebeurde omdat het niet kon gebeuren en begonnen ter plekke te verdringen wat zich recht voor hun ogen afspeelde. Maar ik bleef vol ongeloof staren naar dit staaltje... van ja wat eigenlijk?
Ik noem het tegenwoordig, in navolging van Zenmeester Shunryu Suzuki, beginnersgeest: dingen doen zonder reden. Spelen, nergens om. De stille, heldere geest die klaar is om wat dan ook aan te pakken.
‘Spel lijkt tijdverlies en nutteloos maar blijkt het brein flexibel te maken, de ontwikkeling van de prefrontale cortex te stimuleren en de emotionele en sociale intelligentie te verhogen zodat wij ons beter leren aanpassen aan veranderende omstandigheden’.
Zulks tonen recente wetenschappelijke onderzoeken aan waaruit ik dit parafraseer ((Xandra van Hooff, psychologie magazine.nl, 2021). Helaas, spel is nuttig, dat is nu definitief wetenschappelijk bewezen. Dan ben je uitgepraat. Ik had zo gehoopt dat het pure tijdverspilling was maar nee, de intelligentie verhogen in de prefrontale cortex of zo, ach wat jammer, wat verschrikkelijk jammer. Maar ik moet flink zijn en eerlijk toegeven dat het klopt, want nu ik erover nadenk herinner ik me weer hoe ik als jochie na school met de bal onder mijn arm zo snel als mijn benen me konden dragen naar het landje rende waar wij voetbalden tot wij omvielen en mijn zusje kwam roepen dat het donker werd en dat ik moest komen eten, en de tweede keer, dat ze nu écht boos waren, mijn ouders. Alles om intelligenter te worden (flexibeler kan niet bij mij). Met jassen op de grond als doelpalen ‘helemaal opgaan in wat je doet. Vol overgave en enthousiasme; geconcentreerd en ontspannen tegelijk. Van spelen word je vrolijk en flexibel, het is smeerolie voor je brein.’ Smeerolie, welja, ook dat nog, ik kan wel janken. Wetenschap...
November 2022: breaking news, bijen spelen ook! Ook gewoon voor de gein - nergens om. Ze zijn vooral dol op ballen. En nog meer wilde dieren. Ik heb me vergist, wat heerlijk. Check Nationalgeographic.com, oktober/november 2022.